- Constructieve en geometrische koudebruggen
- De potentiële risico's
- De temperatuurfactor
- Calcul numérique de la valeur Ψ d’un pont thermique linéaire
- EPB regelgeving
- Normen
- De invoering van koudebrug in PHPP
- Le calcul du psi de mise en oeuvre des châssis
- PT sol - cave chauffée et dalle de sol enterrée
De voorstelling van koudbruggen leidde tot een reeks van fysische aandoeningen zonder exact te weten wat de risico's inhouden.
Condensatie en schimmelvorming
Het optreden van condensatie is een eenvoudig verschijnsel op zich en hangt slechts af van 2 parameters: de absolute vochtigheid ( het beslaat enkele grammen per kg droge lucht, een m³ droge lucht correspondeert met 1,2 kg) en de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur is, hoe groter het mogelijk op te nemen volume waterdamp van de lucht is. Condenstatieproblemen verschijnen alleen wanneer de hoeveelheid waterdamp aanwezig is in warme lucht (binnen in een kamer bijvoorbeeld) niet in de lucht kan blijven wanneer deze laatste afkoelt. De overige waterdamp condenseert op het dichtstbijzijnde koele oppervlak (wand of beter gezegd koudebrug).
Volgens de tabel, voor een omgeving van 20°C en een relatieve vochtigheid van 50%, mag de oppervlaktetemperatuur niet lager zijn dan de dauwtemperatuur van 8,8°C
De schimmelgroei is op zijn beurt afhankelijk van 5 factoren die allen aanwezig moeten zijn.
- De aanwezigheid van sporen (bijna permanent)
- Relatieve vochtigheid op deze plaats (minimum 70%)
- De temperatuur( moeilijk invloed op uit te oefenen omdat de ontwikkeling kan worden uitgevoerd voor bepaalde schimmels tussen 0 en 50°C). Echter, de temperatuur beïnvloed punt 2. Het heeft dus ook een belangrijke rol te spelen.
- De kwaliteit van de ondergrond (type ondergrond)
- De tijd welke de voorwaarden 2-4 voldaan zijn.
Als 1 van deze 5 voorwaarden niet voldaan is, kan er geen schimmelgroei voorkomen.
Zoals we constateren, kan het fenomeen van een koud vlak als gevolg van een koudebrug op zichzelf, alleen de schijn van schimmel geven, maar het draagt bij aan (en vaak is het de druppel die de emmer doet overlopen) de oppervlaktetemperatuur en vervolgens het verhogen van de relatieve vochtigheid van de drager.
Source : www.mnn.com
Praktisch voor een voldoende geventileerde ruimte, wordt vookomen dat oppervlaktetemperaturen te laag worden (rekening te houden met een temperatuur van 12°C, als een algemeen aanvaarde ondergrens die niet kan mag overschreden worden).
Voorbeeld van een volle muur (baksteen) en een geïsoleerd plat dak, links de niet-geïsoleerde versie en rechts het geïsoleerde geheel. Hoewel een belangrijke zwakte wordt opgemerkt aan de rand van het dak, stoot de isolatie de 12°C lijn van de binnenzijde van de constructie af.
Energieverlies:
Als een koudebrug met een relatief korte lengte of kleine punt aanwezig is, zal deze weinig invloed op het totale verlies van gebouw hebben. Een zwakte in een isolatiedikte, lang (omtrek van een huis bijvoorbeeld) of een herhaaldelijk (uitvoering van ramen in muur of een set kolommen in de kelder) verlies kan onaangename verassingen voortbrengen in de totale balans van het gebouw.
Het is dan ook noodzakelijk om hierbij stil te staan, maar wees voorzichtig: te veel verbetering heeft vaak weinig belang. Inderdaad, verscheidene oplossingen zijn voor handen, soms simpel, soms moeilijk bij uitvoering, lelijk of duur. Wij kunnen hierbij raadgever zijn van de ontwerper, maar de ontwerper deze dient steeds de globale visie en het doel voor ogen te houden. Het is soms minder duur om een koude brug iets minder te behandelen (hierbij rekening houdende dat er geen condensatie gevormd wordt zoals in vorige paragraaf uitgelegd) en dit verlies te compenseren met een isolatieverhoging in de muur.