Wat bepaalt de Ψ-waarde van een koudebrug? Hoe kunnen we deze beïnvloeden en in welke mate? Zodra de waarde verkregen, is het de vraag of deze in overeenstemming is met het verwachte, en kan deze gemakkelijk verbetert worden?
Zoals in "Constructieve en geometrische koudebruggen" (zie voorgaande bij wat theorie) worden 2 effecten gedefignieërd bij een koudebrug: Geometrie (indirecte meting wordt gebruikt voor de berekening van de wanden van het gebouw) en constrcutieve elementen.
De waarde van de koudebrug is niet belagrijk? Wat is de marge? Het principe is simpel: het opsplitsen van de 2 effecten, beginnende met de geometrie.
Zonder onderbreking in de isolatie en met een hoek tussen de 2 wanden, zal dit een geometrische brug opleveren. In het bovenstaande voorbeeld kan de hoek variëren tussen 90° (buitenhoek op het plan) en 270° (binnenhoek op het plan). Deze waarde corrigeert enkel het tekort of de overmaat aan gemeten oppervlak bij ingave van het gebouw. Eveneens de muuraanzet, de dakopstand zijn standaard koudebruggen waarvan de waarde negatief zal zijn.
In het bovenstaande geval zal een vermindering van isolatie, ten gevolge van een regenafoer een constructieve koudebrug creëren.
Het doel is om de 2 effecten te combineren en te begrijpen of de verkregen waarde "logische en mogelijke" waarden zijn. Eveneens wat de reductiemarge mogelijk is. Een PSI waarde van 0,4 W/K bijvoorbeeld kan afhankelijk van de geometrie verminderen tot 0,2 W/K.
Met andere woorden, wanneer een hoek, vertrekkende van een possitieve waarde, is dit afkomstig van de combinatie van een geometrische koudebrug met een grote constructieve thermische brug. Er is dus, zonder enige twijfel, een grote verbetering.
In het algemeen zal de thermische constructie beïnvloed worden door:
- De grootte van het storende element
- het verschil in waarde tussen de geleidbaarheid van de isolatie en het storende element.
- De weg die afgelegd dient te worden door de warmtestroom door het storende element.